Terug naar het overzicht

Nieuwjaarstoespraak burgemeester Erik van Heijningen

Dit nieuwsbericht is verlopen.

Tijdens de nieuwjaarsontmoeting op 8 januari 2024 sprak burgemeester Erik van Heijningen de aanwezige inwoners, bestuurders, ondernemers en andere aanwezigen toe in het gemeentehuis in Maasdam. Hieronder leest u zijn toespraak.

Hartelijk welkom dames en heren!

Vanzelfsprekend begin ik u allen een gelukkig nieuwjaar te wensen, zowel op het persoonlijke als zakelijke vlak. Of u nu woont of werkt in de Hoeksche Waard, of beide, met elkaar vormen we de gemeenschap van de Hoeksche Waard. Iedere persoon telt, iedere bijdrage telt, ieder woord telt. Het woord ‘samenleving’ spreekt voor zich, er zit een actief element in: we moeten samen leven. Het komt niet vanzelf, we moeten het samen doen.

Voorgaande wensen spreek ik niet alleen voor mijzelf uit, integendeel. Ik mag namens het gemeentebestuur spreken: het samenstel van gemeenteraad, ondersteund door de griffie, en het college van B&W, ondersteund door de ambtelijke organisatie onder leiding van onze nieuwe gemeentesecretaris Enno Koops (aanwijzen en voorstellen). We spreken af dat we vanaf nu niet meer over ‘nieuwe’ spreken, tenslotte ben je alweer van ‘vorig jaar. Bij auto’s zouden we zeggen: “de kop is eraf”. Maar dat lijkt me nu geen goede vergelijking…

Als we het over samenleving hebben, dan hebben we het natuurlijk ook over “samenwerken”, georganiseerd samen werken. Dat vindt zijn oorsprong in de Hoeksche Waard, het gevecht tegen het water kon alleen gewonnen worden door echt samen te werken. Dan denken we hier natuurlijk aan de Sint-Elisabethsvloed, in het bijzonder de derde, in 2024 op 18/19 november precies 600 jaar geleden. Toen waren de grenzen van de Hoeksche Waard wel definitief bepaald door de loop der natuur.

In vroeger tijden werd samenleven natuurlijk ook door de nood ingegeven. Werkte je niet samen, dan werd je door het water gegrepen. Of door hongersnood. Of door indringers. Of door de koude. Ons gezegde ‘samen sta je sterker’ heeft vast een lange geschiedenis. Die gemeenschapszin is zeker terug te vinden in de Hoeksche Waard, in alle dorpen en buurtschappen. Die kwaliteit wordt dan ook door velen benoemd, gekoesterd, als een meerwaarde voor wonen en leven in deze mooie gemeente.

Ik wil in dit verband een anekdote met u delen, uit een bezoek aan een echtpaar dat pas het 65-jarig huwelijksfeest vierde. De vader van de man, net als hij boer, leefde naast een NSB’er. Daar moest je in de oorlog dus voor oppassen. Vader was fel anti-Duits. Kort na de oorlog werden de buren, als verdachte NSB’ers, opgehaald maar de kinderen bleven verweesd achter. Wat zei vader? “Ga die kinderen eens halen, we moeten voor ze zorgen, zij kunnen er niets aan doen.” En na enkele maanden kwamen de buren weer terug, vader zag hen thuiskomen. Hij zei: “Ik ga effe naar de buurman.” Terug van dat bezoekje zei hij: “Ik heb ze gezegd, jullie hebben straf gekregen, maar vanaf nu is het zand erover, we hebben elkaar als buren nodig.” In dat eerste naoorlogse jaar heeft de zoon – de 65 jaar getrouwde man dus – de buren nog vaak geholpen met de tractor.

Je zou zeggen, dat samenwerken zit dus in het DNA van de Hoeksche Waard… De geschiedenis van de jonge fusiegemeente Hoeksche Waard laat zien dat dit niet onder alle omstandigheden geldt. Het is ook niet eenvoudig de zelfstandigheid van een gemeente los te laten. De huidige organisatie ondervindt nog de naweeën van deze geschiedenis. Tegelijkertijd, met wat ik in de afgelopen 3 maanden gezien en gehoord heb, ben ik optimistisch over de mogelijkheden voor onze gemeente. Er is tenslotte ook al veel bereikt.

Alle ingrediënten voor een bijzonder, heerlijk streekgerecht liggen al op tafel. Er is voldoende kwaliteit in huis. Ik denk dat we dit jaar, met elkaar, met het proces van visievorming als inspiratiebron, grote stappen voorwaarts kunnen zetten. Ik haal weer een ander gezegde van stal: “eendracht maakt macht.” Ofwel: ‘Eênmááñswerrek is gauw bekeke.’ (aldus het Hoekschewaards Woordenboek)

Terugblikkend op cultuur en geschiedenis, zou ik ook graag de Hoeksche normen en Hoeksche waarden benoemen. We houden ervan rustig te leven in deze prachtige omgeving, te genieten van de weidse uitzichten en een goede omgang met elkaar te hebben. We willen de kwaliteit en rust op dit eiland bewaken.

U raadt het al, ergens schuilt een ‘maar’. Hoe kan het dan dat ’s-Gravendeel vorig jaar het toneel was van relschoppers die het tegen de politie hebben opgenomen, met hinderlaag en al? Hoe kan het dat dit jaar, terwijl het in ’s-Gravendeel mede dankzij getroffen maatregelen relatief rustig was, Nieuw-Beijerland het nationale nieuws haalde? Omdat er tijdens en vóór Oud en Nieuw allerlei ongeregeldheden zijn, tot en met een aanslag op 2 politiemensen met zwaar vuurwerk, een ‘shell’ zegt men, aan toe. Onze waarschuwingen aan een groep jongeren, naar aanleiding van ongewenst gedrag vorig jaar in Nieuw-Beijerland, zijn kennelijk door een deel genegeerd. Je zou denken: “een gewaarschuwd mens telt voor twee”. Maar nee. Het is niet aan mij om te prediken, maar dit is dus “van God los”…

Ik weet dat vele inwoners mijn afschuw over dit liederlijke, asociale gedrag delen, zeker ook in de gemeenschap van Nieuw-Beijerland zelf. Daar zullen we in de loop van dit jaar met elkaar over in gesprek komen, overigens niet alleen Nieuw-Beijerland. Maar voor dit moment is de prioriteit de daders vinden en laten bestraffen. Er hebben al enkele aanhoudingen plaatsgevonden. Het onderzoek is in volle gang, dus ik kan en wil er niet veel over zeggen. Het recht zal zijn loop hebben.

En nog even over de vernielingen. We zijn tegenwoordig al blij als de schadepost voor de gemeente lager is dan vorig jaar. “Het valt mee”, zeggen we dan. Dit jaar ‘scoren’ we vooralsnog een bedrag van
€ 23.000,-. Ik hoor graag wie dat gedaan hebben, prullenbakken en putdeksels opblazen en bushokjes kapot maken. Dan ben je pas stoer, als je komt vertellen dat het je spijt en je de schade wilt vergoeden.
Kortom, ik gun iedereen een leuk feestje, meer dan een ‘eulieneutefêêsie’, zoals het feest in Oud-Beijerland. Maar laten we alles heel laten en het vooral gezellig hebben.

Daarom wil ik uitdrukkelijk stilstaan bij al die mensen, die medewerkers van hulpdiensten en gemeente die dag in, dag uit hun werk doen ten dienste van de samenleving. Mensen die vaak ook gewoon ergens in deze gemeente wonen. Medewerkers van politie, brandweer, ambulance en buitendienst die tijdens de nacht van Oud en Nieuw voor ons klaarstaan, om ons te helpen, beschermen en redden. En die in Nieuw-Beijerland in een soort oorlogsgebied – dat noemen ze tegenwoordig ‘war zone’ – terechtkwamen, waar bommen ontploften en ‘granaten’ om de oren vlogen. Sterker nog, waar 2 politiemensen door puur geluk aan ernstige verwondingen zijn ontsnapt. U heeft het filmpje gezien.

Dit past niet bij onze Hoeksche normen, onze Hoeksche waarden. Namens het gemeentebestuur, namens de samenleving wil ik alle medewerkers die tijdens Oud en Nieuw dienst hebben gedaan, een hart onder de riem steken. Weet dat wij achter jullie staan en aan jullie denken, weet dat wij genoemd gedrag ten zeerste afkeuren en er in gezamenlijkheid alles aan zullen doen om dit te voorkomen. Het gemeentebestuur biedt alle medewerkers van politie en vrijwillige brandweer, alsook de in die nacht werkzame medewerkers van de ambulance en buitendienst een Hoeksche Waard-bon aan. En voor de 2 genoemde medewerkers van de politie heb ik ook een pakketje Hoeksche Waardse streekproducten. Producten waar we trots op zijn, die voortkomen uit noeste ijver, samenwerking en visie. Ik zeg namens gemeentebestuur en gemeenschap: “dank jullie wel!” (applaus)

Ik kijk met u vooruit. Laten we optimistisch zijn, ook al zien we een grote wereld om ons heen die in beroering en beweging is. Dat roept zorgen op. Maar we hebben genoeg te doen in en om de Hoeksche Waard. In een goede samenwerking tussen gemeente, inwoners, bedrijven en allerlei instellingen, waaronder vele vrijwilligers en ook met de omliggende gemeenten. Een groot deel van onze inwoners en bedrijven vindt de eigen weg, daarvoor moeten we de mogelijkheden scheppen. Een ander deel heeft (soms) hulp nodig, die willen we bieden. Ook als ze uit een ander werelddeel afkomstig zijn.

Namens het gemeentebestuur zeg ik u dank voor uw aanwezigheid. Zoals gezegd, we kijken uit naar de samenwerking en de resultaten daarvan.

Toost: op ons aller gezondheid!